Next Generation
Als constructieve rebel, zoals hij zichzelf omschrijft, streeft Werner Schouten ernaar om de huidige spelregels van ons economisch systeem te veranderen. Dit om de opwarming van de aarde tegen te gaan en de welvaart gelijk te verdelen over de wereld. “Er is rebellie nodig om ons huidig verdienmodel, onze huidige markteconomie en onze huidige gedragingen in twijfel te trekken”, vertelt de directeur van de Impact Economy Foundation.
Lees meer
Toch is het zeker niet Schoutens doel om het hele systeem op de kop te gooien. “Er is een constructieve houding nodig. We zijn de Impact Economy Foundation aan het opbouwen. Als vereniging willen we niet alleen wijzen op de fouten in het huidige systeem, maar een aantrekkelijk alternatief voorstellen. Dat is wat we doen bij de Impact Economy Foundation. We bouwen aan een impacteconomie. Een nieuwe vorm van de markteconomie die zich richt op het kanaliseren van innovatie en ondernemerskracht voor het oplossen van onze maatschappelijke uitdagingen. We moeten niet langer leven ten koste van generaties elders en later. Onze levensstijl gaat nu direct ten koste van het welzijn van de mensen die wonen in de landen in Afrika ten zuiden van de Sahara. Zij ervaren daar enorme droogte. We ervaren klimaatverandering hier ook met steeds warmer wordende zomers. The worst has yet to come.”
Wil jij ook in de rubriek Next Generation?
Stuur een e-mail met je contactgegevens naar vrc@vrc.nl
Een studietrip naar Zuid-Korea in de zomer van 2018 opende Schoutens ogen en wakkerde het vuurtje bij hem aan om zich in te zetten voor het klimaat. “Het was die zomer heel warm en ik moest een mondkapje op om vanaf mijn appartement naar de universiteit te wandelen. De lucht was namelijk ontzettend vervuild met smog, fijnstof en broeikasgassen. Op de universiteit was het spic en span en hypermodern. Maar twee stappen buiten de universiteit was de realiteit compleet anders. Het was de realiteit van de minderbedeelde Zuid-Koreaan. Toen ik elke ochtend door de achterstandswijk wandelde zag ik de ongelijkheid. Die wordt vermenigvuldigd door onze milieuvervuilingen en de daaruit voortvloeiend de klimaatverandering. De mensen in die achterstandswijk werden het hardst getroffen, terwijl zij er het minste aan hebben bijgedragen.”
“Op het moment dat het klimaatprobleem een gezicht kreeg, wist ik dat ik iets moest doen om die ongelijkheid te verkleinen”, vervolgt Schouten. “Ik kwam erachter dat de rijkste zevenhonderdmiljoen mensen op deze planeet, dus de top tien procent, net zoveel uitstoten aan broeikasgassen als die andere negentig procent bij elkaar. Dat is natuurlijk een gigantische ongelijkheid. Daar moest en zou ik wat aan gaan doen. Ik ben zodoende voorzitter geworden van de Jonge Klimaatbeweging. In die rol heb ik twee jaar lang meer dan honderdduizend jongeren vertegenwoordigd. Namens hen sprak ik met ministeries en vertegenwoordigers van de Tweede Kamer over het klimaatbeleid en schoof ik aan bij de formatie van de nieuwe regering. Ik ben nu directeur van de Impact Economy Foundation en prestenteer bij BNR het programma Koplopers. Dat gaat over duurzaamheid in het bedrijfsleven.”
In het Klimaatakkoord van Parijs (2015) en tijdens de klimaattop in Glasgow (2021) hebben bijna alle landen van de wereld met elkaar afgesproken om de klimaatopwarming onder de twee graden te houden. Het streven is zelfs anderhalve graad. Het verschil tussen 1,5 graad en twee graden is vooral de onomkeerbaarheid. Bij twee graden bereiken we een kantelpunt volgens klimaatexperts. Er worden processen in gang gezet die het onmogelijk maken om de opwarming van de aarde ooit nog terug te draaien. Nederland heeft als gevolg van het Klimaatakkoord een Klimaatwet aangenomen en streeft ernaar om de broeikasgasuitstoot in Nederland in 2030 te halveren en in 2050 terug te brengen naar netto bijna nul. Ook heeft Nederland, net zoals 192 andere lidstaten van de Verenigde Naties, zich in 2015 gecommitteerd aan de ontwikkelingsagenda voor 2015-2030. De agenda bestaat uit 17 doelen, de zogeheten Sustainable Development Goals.
Het bedrijfsleven heeft een grote verantwoordelijkheid in het klimaatvraagstuk, vindt Schouten. “Organisaties hebben enorme bronnen als het gaat om geld, innovatiekracht en talenten van medewerkers. Het is hun verantwoordelijkheid om die resources te gebruiken om daadwerkelijk bij te dragen aan brede welvaart. Dat is welvaart die breder is dan de tien procent rijkste mensen op aarde. Brede welvaart is nu nog niet de standaard. Veel innovaties dragen vooral bij aan het financiële gewin van een organisatie, maar zeker niet aan het welzijn van iedereen in de wereld. Er worden miljarden gestopt in boodschappenbezorgers die binnen tien minuten je boodschappen aan huis bezorgen, maar of dat nu bijdraagt aan welzijn en brede welvaart? Ik heb er mijn twijfels bij. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld ruimtevaarttoerisme.”
Schouten haalt onderzoek aan. “Uit onderzoek van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen blijkt dat de uitkeringen aan aandeelhouders tussen 2000 en 2019 zijn vervijfvoudigd. Terwijl de investeringen in duurzaamheid, innovatie en langetermijnwaardecreatie zijn gestagneerd. Organisaties zeggen dus wel dat ze het belangrijk vinden, maar handelen er nog niet naar. De verantwoordelijkheid voor organisaties is dat ze niet alleen hun financiële gewin centraal stellen, maar op een brede manier naar waarde gaan kijken. En dat ze ook bijdragen aan sociaal, menselijk en natuurlijk kapitaal. In plaats van dit te vernietigen.”
Schouten is van mening dat de registercontroller een belangrijke rol heeft in de organisatie om het onderwerp duurzaamheid op de agenda te krijgen. “Heel vaak is informatie op basis waarvan projectbesluiten of investeringsbeslissingen worden genomen nog financieel van aard. Registercontrollers hebben de verantwoordelijkheid om up-to-date impactinformatie in de organisatie te verspreiden.” Volgens hem kunnen registercontrollers veel doen om te zorgen dat organisaties andere keuzes maken. “Voorzie bestuurders en managers van informatie over de effecten van projecten, bijvoorbeeld op het gebied van sociaal, menselijk en natuurlijk kapitaal. Het liefst hard en kwantitatief, net zo hard als financiële cijfers, zodat je de cijfers over de impact van de organisatie ook kunt vergelijken. Zo komt die brede blik op waarde overal terug in de organisatie. Zo kan de organisatie op basis van maatschappelijke impact keuzes maken. Dat is een heel belangrijke verantwoordelijkheid van de registercontroller.”
Tot zijn tevredenheid ziet Schouten in toenemende mate organisaties rapporteren over hun impact. “Die organisaties presenteren niet alleen hun winst- en verliesrekening, maar een geïntegreerde winst- en verliesrekening. Zij zeggen: dit is het financiële kapitaal wat we creëren en zoveel sociaal, menselijk en natuurlijk kapitaal creëren of vernietigen we. Allemaal uitgedrukt in euro’s. Zo kun je het ook vergelijken. Op basis daarvan kun je keuzes maken. Dat rapporteren staat nog in de kinderschoenen. Ik vind dit vrij bizar na dertig jaar aan klimaat- en biodiversiteitsstoppen. Het is de hoogste tijd dat organisaties niet alleen keuzes maken op basis van return on investment op financieel kapitaal, maar ook op basis van de return on investment op maatschappelijke impact.”
Schouten besluit zijn verhaal met een oproep richting de registercontroller. “Word ook een constructieve rebel. Vraag jezelf af: is de businesscase van mijn organisatie anderhalve graad-proof? (zie kader, red.) Voldoet mijn organisatie aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties? We moeten al onze verdienmodellen, producten en gedragingen tegen het licht houden en kijken of dit past in een impacteconomie. Zorg je ervoor dat je alle innovatiekracht van de organisatie zo goed mogelijk ten dienste stelt aan onze maatschappelijke uitdagingen? Als we dat doen, dan is er heel veel mogelijk. Dat zie je met elke crisis weer. Tijdens de coronacrisis slaagden we erin om in no-time de ontwikkeltijd van een vaccin te reduceren van enkele jaren tot enkele maanden. Dat was van tevoren ondenkbaar, maar door de verenigde innovatiekracht lukte dat ineens. De verandering is daadwerkelijk mogelijk, als we maar in de crisismodus zitten en verschillende aspecten in twijfel trekken. Als we samen optrekken, kunnen we ontzettend ver komen.”
Naam: Werner Schouten
Functie: Directeur
Organisatie: Impact Economy Foundation
Leeftijd: 24
Ambitie: een impacteconomie creëren.
Grootste uitdaging: een impacteconomie creëren.
Ik heb een hekel aan: afvalzakken zonder trekband.
5 favoriete dingen: een maatschappelijke beweging opbouwen, geïnspireerd worden door nieuwe inzichten, discipline, hardlopen, koffie.
Naar boven