Een flink aantal zorginstellingen verwacht dat lage tarieven ertoe leiden dat activiteiten in het sociaal domein (Wmo en Jeugdwet) het komend jaar worden afgeschaald of zelfs worden beëindigd. Veel financials in de zorgsector verwachten geen kostendekkende tarieven af te kunnen sluiten.
De zorgvraag stijgt, terwijl gemeenten grote moeite hebben om hun begroting rond te krijgen. Die worden al jaren zwaarder belast door stijgende kosten van zorgtaken als jeugdhulp, terwijl inkomsten niet stijgen. Het afgelopen jaar zijn de budgetten onder grotere druk komen te staan, onder meer door het uitvoeren van coronasteun voor zzp’ers Tozo en kosten voor handhaving van de coronaregels. Er is daarom minder geld beschikbaar, terwijl onder meer kleine instellingen voor de jeugdzorg worstelen. Twee maanden geleden bleek uit een inventarisatie van jaarverslagen dat een derde van de zorginstellingen voor jeugdhulp verlies draait.
Uit de Financiële Zorgthermometer blijkt dat financials in de sector zich zorgen maken over de gevolgen van afspraken met gemeenten. De helft van de respondenten van het laatste kwartaalonderzoek (over Q4 van 2020) verwacht bij het afsluiten van contracten voor 2021 geen kostendekkende tarieven te kunnen afspreken voor de bekostiging vanuit het sociaal domein. Slechts 15 procent verwacht wel kostendekkende tarieven te kunnen afsluiten. Een derde van de zorginstellingen overweegt om activiteiten in het kader van de Wmo en Jeugdwet af te schalen of zelfs te beëindigen.
Naar boven
Nederlandse bedrijven hebben tijdens de coronacrisis de investeringen in duurzaamheid flink opgevoerd. Volgens onderzoek van ING vindt het bedrijfsleven duurzaamheid nu belangrijker geworden dan voor het uitbreken van de pandemie.
Met name de grootbedrijven zien een sterkere noodzaak om zelf te verduurzamen. Volgens ING gaat het om 79 procent. Een derde heeft tijdens de crisis daarin zelfs al extra geïnvesteerd. De ondervraagde bedrijven verduurzamen vooral voor een beter milieu, maar ook om kosten te besparen. Ook de toekomst van het bedrijf veiligstellen blijkt een belangrijke drijfveer, aldus de bank.
“In deze tijd die vooral om corona draait, is juist duurzaamheid voor bedrijven belangrijker geworden”, zegt Annemein Kolk, directeur Zakelijk bij ING. “Dat is heel duidelijk gebleken doordat we het onderzoek twee keer hebben gedaan: vlak voor de crisis, naar aanleiding van het klimaatakkoord, en nu een jaar later.” Tijdens het eerste onderzoek bleek volgens ING al dat bedrijven verduurzamen noodzakelijk vonden. Bovendien vonden ze dat het bedrijfsleven daarbij het voortouw moet nemen. Onlangs herhaalde ING het onderzoek om te kijken of de coronacrisis voor andere opvattingen had gezorgd. “Wat blijkt: ruim de helft van de bedrijven is duurzaamheid tijdens de coronacrisis belangrijker gaan vinden. Bij grote bedrijven is dit zelfs ruim twee derde.”
Ruim de helft van de bedrijven (59 procent) is al veel bezig met verduurzamen, onder grootbedrijven is dat zelfs driekwart. Het gaat meestal om relatief makkelijk door te voeren maatregelen zoals energiebesparing, het recyclen, reduceren en scheiden van afval, waterbesparing en het gebruiken van duurzame energie. Verder blijkt dat er steeds meer bedrijven zijn die ook aan CO2-reductie doen, duurzame producten en productiemethodes ontwikkelen of circulair produceren.
De gemiddelde controller houdt zo’n 50 euro per maand netto meer over dit jaar. Omdat het belastingtarief in de eerste schijf dit jaar daalt van 37,35 naar 37,10 procent en er hogere heffingskortingen gelden, houden alle werknemers dit jaar een paar tientjes extra over.
Dat blijkt uit berekeningen van loonstrokenverwerker ADP. De heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk en naarmate werknemers meer verdienen, krijgen ze minder korting. Wel is de afbouw nu stapsgewijs tot een jaarloon van 105.736 euro, terwijl dat vorig jaar nog 98.600 euro was. Door deze uitgerekte afbouw, houden mensen met twee keer modaal inkomen dit jaar 191 euro per maand meer over, tegenover 155 euro in 2020. Door de inkomensafhankelijke afbouw zijn de relatieve voordelen lager naarmate de lonen stijgen. Een medior financial controller met een maandsalaris van 5.294 euro houdt 50 euro netto meer over, terwijl een senior business controller met een maandsalaris van 6.125 eveneens 50 euro netto meer overhoudt.
De gedachte dat de coronacrisis heeft gezorgd voor versnelde digitalisering is maar beperkt te merken in het mkb. Ja, er is meer op afstand mogelijk met digitale middelen, maar investeringen in digitalisering en transformatie blijven uit. Gebrek aan budget is het grootste struikelblok.
Waar digitalisering wel is doorgegaan, is bij het oppikken van clouddiensten zodat werknemers thuis aan de slag kunnen tijdens de diverse lockdowns. Dat blijkt uit onderzoek van Sortlist, waarbij mkb’s in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Duitsland werden gevraagd naar hun bevindingen wat betreft digitalisering in 2020. Maar digitalisering is natuurlijk veel meer dan het gebruiken van clouddiensten om thuis te werken, zo merken de onderzoekers op.
In Nederland zei de meerderheid van de mkb-eigenaren dat de aanhoudende pandemie hun digitalisering had vertraagd. Daarbij gaf een deel (27 procent) overigens aan dat het bedrijf al digitaal genoeg was vóór de crisis. Maar de meerderheid noemde budgetbeperkingen en gebrek aan expertise als redenen dat digitalisering niet zo geslaagd was het afgelopen jaar. ‘Voor veel kleine en middelgrote ondernemingen kan investeren in digitale technologieën al een hindernis zijn als er geen economische crisis is,’ valt te lezen in het onderzoek. ‘In de huidige situatie kan het voor bedrijven nog moeilijker worden om de eisen van de markt bij te houden.’
Over het algemeen waren de bedrijven wel tevreden met de push van de overheid om te digitaliseren. Van de ondervraagden gaf 34 procent aan dat er voldoende hulp vanuit de overheid beschikbaar is, terwijl 44 procent stelt dat er wel hulp is, maar dat dit zou kunnen worden uitgebreid. Verder vond 15 procent dat er geen steun beschikbaar is.
De arbeidsmarkt voor finance professionals laat tekenen van herstel zien. Het aantal vacatures groeide, maar de salarissen bleven hetzelfde. Er is een groeiende behoefte aan controllers met digitale vaardigheden.
Het aantal vacatures voor finance professionals groeide in het laatste kwartaal van 2020 van 9.779 naar 11.929. Volgens een nieuw salarisonderzoek van recruiter Robert Walters is er grote behoefte aan duiding van financiële cijfers in roerige tijden en is de werkdruk voor finance afdelingen daarom in de tweede helft van vorig jaar toegenomen. Daarbij zijn vaardigheden als financial modelling en data analytics bijzonder in trek.
Met dergelijke vaardigheden kunnen bedrijven beter kijken naar toekomstscenario’s aan de hand van verschillende variabelen om zo risico’s te kunnen vermijden. Digitale vaardigheden om spelden direct zichtbaar te maken in datahooibergen zijn belangrijk om inzichten te verwerven en te presenteren aan het bestuur op een manier die eerder niet mogelijk was. “Controllers die uitblinken op dat snijvlak van finance en IT, richting informatievoorziening, zijn op dit moment erg gewild”, weet Annemieke Peskens van de organisatie.
De uitgaven aan ziekenhuiszorg (cure) zijn in Nederland in de periode 2011-2019 veel harder gestegen dan kosten van de caresector (verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT), gehandicaptenzorg en GGZ). Dat blijkt uit een analyse door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg. Intrakoop onderzocht 1.148 jaarverslagen van zorgorganisaties tussen 2011 en 2019.
Terwijl de gezamenlijke omzet van ziekenhuizen in de periode van 2011 tot en met 2019 steeg met bijna 42 procent (+ 8,9 miljard euro), lagen de groeipercentages in de andere grote zorgsectoren aanmerkelijk lager. In dezelfde periode groeide de omzet in de gehandicaptenzorg met 28 procent (+ 2,2 miljard euro), in de VVT-sector met zo’n 19 procent (+ 3,1 miljard euro) en in de GGZ met slechts 9 procent (+ 0,9 miljard euro). Qua rendement waren de ziekenhuizen niet de best presterende zorgsector. Het nettoresultaat van de ziekenhuizen staat de laatste jaren behoorlijk onder druk door stijgende kosten, onder andere als gevolg van dure medicatie en de oplopende kosten van behandelingen. Over de hele linie is het gemiddelde meerjarig rendement in de gehandicaptensector het hoogste met bijna 2 procent. De VVT-sector schreef in 2016 nog rode cijfers, maar boekte in 2019 met een resultaat van 1,7 procent de hoogste, gemiddelde winst.
De totale opbrengsten van de vier grote deelsectoren in de zorg zijn in 2019 opgelopen tot 70,6 miljard euro. Dat betekent dat kosten van de zorg voor de Nederlandse samenleving 15,1 miljard euro hoger zijn dan in 2011. Van deze kostenstijging komt 70 procent voor rekening van ziekenhuizen.
Wie de jaarcijfers van de zorgsectoren door de jaren heen onder de loep legt, ziet dat de cure- en caresector op een aantal deelgebieden meer uit elkaar gaan lopen. Vooral op het gebied van personeel is dat goed zichtbaar; een belangrijk dossier omdat de krapte op de arbeidsmarkt de gehele zorg raakt. In de periode 2011 – 2019 namen de totale personeelskosten in gehandicaptenzorg en GGZ met ± 37 procent het hardst toe, gevolgd door de VVT-sector (± 31 procent) en de ziekenhuizen (± 27 procent). In die personeelskosten zitten ook de kosten voor personeel niet in loondienst, de zogenaamde flexibele schil: zzp’ers en uitzendkrachten.
Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten tussen de cure en care. Over de hele linie hebben zorginstellingen gewerkt aan grotere financiële buffers voor slechtere tijden. Met het oog op de huidige coronacrisis is dat een belangrijke ontwikkeling. De afgelopen jaren nam in alle deelsectoren van de zorg het weerstandsvermogen (solvabiliteit) behoorlijk toe tot ruim boven de norm van 15 procent. De gehandicaptenzorg heeft met 30,6 procent gemiddeld genomen de meeste ‘reserves’. De GGZ scoort het ‘laagst’ met 26,5 procent, maar ook deze sector zit ruim boven de norm.
Naar boven