Naar schatting 400 registercontrollers waren donderdag 23 september bijeen in de Suikerfabriek in Groningen voor het evenement genaamd Below the surface van de VRC en managementadviesbureau Zuiderlicht. Ze maakten er een wervelende show mee die ze uit hun comfortzone trok. “Controlling is geen saai vak.”
Lees meer
De Suikerfabriek en zijn omgeving toonden zich als een creatieve broedplaats. Als een festivalterrein in Groningen waar het goed toeven was. Spreekstalmeester Ebel Jan van Dijk heette de controllers welkom. “Het is prachtig om de crème de la crème van de Nederlandse controllers bij elkaar te hebben. En mooi dat dit soort evenementen weer mogen en dat we samen aan de slag kunnen.” De verbreding van het vakgebied controlling was het thema van het congres. Met een rockband erbij voor de muzikale omlijsting en keynote speakers zoals een bioloog, een filosoof, een antropoloog, iemand van de next generation en zelfs een magiër.
Organisatieadviseur Kees Tillema van Zuiderlicht sprak als een predikant vanaf zijn kansel de controllers toe. Hij pleitte voor stress toevoegen, een beetje schade veroorzaken en wat gedonder maken. Niet om het gedonder op zich, maar om er sterker van te worden. Ontgroeven noemde hij dat. “Begrotingen en budgetten waar we ons door laten leiden zijn in de praktijk niet meer dan slappe thee. We kunnen de toekomst niet voorspellen en beheersen. Controllers moeten dan ook creatieve risico’s durven nemen en in de toekomst hun verbeeldingskracht kunnen laten werken.”
“Ik voeg als CFO toe dat ik op een andere manier naar zaken kijkt en vragen stel. Waarom doen we dat zo?”
De aanwezige controllers gingen telkens over hetgeen dat Tillema verkondigde in kwartiertjes het gesprek aan. “Wij hebben als controllers de neiging om telkens maar door te bouwen”, was te horen aan één van de tafels. “We nemen moeilijk afscheid van dingen die we hebben, terwijl je af en toe ook iets kapot moet maken. Om aan niet-werkende structuren te ontkomen.” Eén van de kwartieren later. “Voor het écht goede gesprek heb je ook een klimaat nodig waarin dat mag. Waarin de waarheid beloond wordt. Je moet het als leidinggevende goed vinden dat iemand zich blootgeeft.” Later deed Tillema weer zijn verhaal: “Wellicht moeten we als controller eerder omschrijven wat er niet mag. Als een soort tien geboden. Dan ontstaat er veel meer ruimte en dat zou een baanbrekend effect hebben op controlling. We gaan dan vertrouwen vinden. Want nu doen sommige vormen van controlling meer kwaad dan goed.”
Van de werkgroepen in de naastliggende zaal gingen de controllers weer naar de hoofdzaal waar bioloog Patrick van Veen verhaalde over biologie en controlling. “Gedraag je niet als kuddebeesten. 300.000 zebra’s maken op de Serengeti elk jaar 1.500 kilometer hetzelfde rondje. Onze jaarcyclus is ook altijd exact hetzelfde, zonder ons af te vragen of het wel handig is om te doen.” Wees iets meer een aap, stelde Van Veen. “Apen zijn stronteigenwijs en ze doen zelden datgene dat ze gisteren hebben gedaan.”
Hij riep de registercontrollers ook op om verder te kijken dan de eerste indruk. “Liegen en manipuleren is onderdeel van ons dagelijkse leven. Mensen hebben de neiging dat als iets negatiefs te zien, maar manipulatie begint al als ik een jasje aantrek naar dit congres. Dan kom ik iets professioneler over. We proberen altijd een bepaald beeld van onszelf te schetsen. Er zit dus altijd een tweede laag achter die eerste laag. Als je wilt weten wat er echt speelt, moet je dus door die eerste laag heen prikken.” Dat vraagt om objectieve waarneming, zoals een bioloog dat ook moet kunnen. “Kijk langer dan nodig en stel je eigen oordeel uit. Wie zucht er in de vergadering, wie gaan met elkaar lunchen en welk patroon zie ik?”
Filosoof René ten Bos kreeg met zijn Twentse nuchterheid de lachers op zijn hand. “Filosofen houden zich bezig met vragen die je niet kunt verpesten met een goed antwoord. Dat zijn apologieën. Je komt dus nooit tot de conclusie.” Hij legde complexiteit uit als een verhaal dat is omwonden met andere verhalen. “Stel complexiteit voor als een bos. Hoe kom je dan uit dat bos? Niet door een lineaire lijn te trekken, blijkt uit onderzoek. Nee, juist door je thuis te voelen en eerst te kijken wat er gebeurt. Hoe gedragen dieren zich? Waar gaan de wolken heen? Enzovoorts. Je kweekt zo het essentiële zelfvertrouwen dat het op de een of andere manier wel goed komt. Pin je daarom in organisaties ook niet vast op één lijn. Misschien kan het ook op een andere manier dan gedacht?” Vertrouwen is een keuze, stelt Bos. “Een geste aan de ander, zonder dat het ontaardt in onverschilligheid.”
“Niets krijgt betekenis vanzelf. Iets heeft alleen betekenis als we er samen betekenis aan geven.”
Na het eten ging Coen Verbraak, journalist en maker van het programma Kijken in de Ziel, in gesprek met CFO Janneke Hermes van Gasunie. Het gaat bij het concern met een balanstotaal van tien miljard euro over heel veel geld. “Drukt dat op je?”, wilde Verbraak weten. “Jazeker, het is maatschappelijk geld waarmee we werken. De Staat is namelijk voor honderd procent onze aandeelhouder. Of ik desondanks wel goed slaap? Ja, ik slaap prima, maar er zitten zeker dilemma’s in investeringsbeslissingen. We zijn een gastransportbedrijf, maar moeten ook de energietransitie maken. Waarbij we niet zeker weten waar in de toekomst onze inkomsten vandaan komen van de investeringen die we nu doen.”
Hermes doelt daarmee op een investering in infrastructuur om waterstof bij industriële bedrijven te krijgen. De chaotische wereld afbakenen gaat niet meer, concludeerde ze. “Maar dat vind ik ook het mooie van mijn vak. Elke dag komt er iets nieuws op mijn pad.” Verbraak: “Wat voegt Hermes als CFO toe?” Ze noemt in haar antwoord geen accounting of controlling. “Ik voeg toe dat ik op een andere manier naar zaken kijkt en vragen stel. Waarom doen we dat zo? Waarom staat er een cijfer in een rapportage? Wat zit daarachter? Dat leidt tot leuke gesprekken.”
Tillema vroeg de controllers via een spiegeltje naar zichzelf te kijken. Ze kregen door hun koptelefoons als een soort mantra te horen: “Wat zie je? Wat zou je willen dat je ogen je vertellen? Wat gebeurt er als je een kleine glimlach toont? En het allerbelangrijkste: wat zou jij tegen jezelf willen vertellen?” De controllers gingen vervolgens met elkaar in gesprek om elkaar te leren kennen. “Om dat te kunnen doen, moet je jezelf ook goed kennen.” Niet geheel toevallig verhaalde antropoloog Jitske Kramer aansluitend over hoe culturen zich vormen.
“Niets krijgt betekenis vanzelf. Iets heeft alleen betekenis als we er samen betekenis aan geven.” Kramer bestudeert als antropoloog oude stammen. “Met een chief die ordent en een magiër die creativiteit brengt. Zo’n stam komt samen om de beste beslissingen te nemen, maar dat kan alleen als de onderlinge relaties sterk zijn. Dat terwijl de leden van de stam allemaal anders zijn. Dan moet je dus, net als in een organisatie, kunnen omgaan met verschillen.” Een manier om die dichtbijheid te krijgen, zijn kampvuurgesprekken. “Een hoe-is-het-met-je-gesprek. Het zijn gesprekken die de zorgen op tafel brengen. Investeer daarin.” Ze pleitte er daarmee voor om power en love te verbinden. In moderne tribes die diversiteit omarmen en poreuze grenzen kennen. “Daarin is co-creatie leidend in plaats van het uitgangspunt kennis is macht.”
Tillema sloot aan op het betoog van Kramer. “I dare you. Stel jezelf de vraag: hoe word ik magiër? Hoe pak ik mijn groeven aan? Welke rebelse stap heb jij te zetten?” Ook daar gingen de controllers in de bijzaal weer over in gesprek. Ze constateerden daarbij onder andere dat jongeren hen uit de groef zouden kunnen halen. Dat sloot weer mooi aan bij de laatste spreker van de dag: Millennial expert Talitha Muusse. “Dit congres gaat over de controller van de toekomst. Ik heb nieuws voor jullie: die controller is allang onder ons in de vorm van de nieuwe generatie. Luister daarom naar trainees, jongeren en kinderen. Bedenk je daarbij ook dat je weliswaar weet wat het is om twintig jaar te zijn, maar nooit zult weten wat het is om twintig jaar te zijn in deze periode. De jonge generatie nu ziet dat we op ramkoers zijn met het klimaat, terwijl de oudere generatie denkt dat wel te managen. Als we geen leefbare planeet meer hebben, valt er niets te managen. Ik vind dat we jongeren in onze organisaties en instanties serieuzer moeten nemen.”
“De controller van de toekomst is allang onder ons in de vorm van de nieuwe generatie. Luister daarom naar trainees, jongeren en kinderen.”
Jongeren kunnen aan reserved mentoring doen. “Als blikverruimers voor Raden van Bestuur, Raden van Commissarissen en de top van de organisaties.” Controllers houden zich bezig met budgetten en die budgetten gaan op de fragiele planeet alleen maar uit van groei, constateerde Muusse ook. “Dat moeten we keren. Ik roep jongeren op om hun plek aan tafel activistisch op te eisen. Wacht niet totdat je uitgenodigd wordt.” Van die oproep was Tillema, die afsluit na 12 uren congres, onder de indruk. “Het was groots vandaag. Ik ben zelf een halve controller. We hebben geprobeerd vandaag controlling in een ander daglicht te zetten. Het is geen saai vak. Integendeel. Het is een vak met maatschappelijke impact waarin je connecties met vertrouwen kunt leggen. Het vak is wat mij betreft één en al levendigheid.”
Bij de afsluitende act, illusionist Victor Mids, één en al levendigheid. De grote les daaruit paste bij het uitgangspunt van de dag. Hij trok de aandacht in een context op iets terwijl er buiten het gezichtsveld iets gebeurt waar je niet op let. Het gaat hem om de verwondering. Hè, wat gebeurt er nu?
Naar boven