Lees meer
De Europese Commissie werkt hard aan richtlijnen die Europa duurzaam moeten maken. De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) die afgelopen maart in werking trad, is nog maar het begin.
Elke reis begint met de eerste stap. Op weg naar een klimaatneutraal Europa in 2050 vormden de Klimaatakkoorden van Parijs uit 2015 het vertrekpunt. Een tweede stap volgde in 2018 met het Actieplan Duurzame Financiering. Het doel: zorgen dat kapitaal stroomt naar een groenere en schonere economie, en naar duurzame groei. Vanuit dit Actieplan worden Europese bedrijven met steeds strengere duurzaamheidseisen geconfronteerd. Na de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) uit 2018 geldt vanaf 10 maart 2021 de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).
In eerste instantie kunnen CFO’s en controllers denken dat de SFDR niet veel met hen te maken heeft. Deze richtlijn geldt immers voor beleggingsinstellingen (vermogensbeheerders, pensioenuitvoerders, verzekeraars etc.). Die zijn sinds 10 maart 2021 verplicht op hun website en in prospectussen open te zijn over hun duurzaamheidsbeleid en resultaten. Doel is vooral dat beleggingsinstellingen laten zien dat ze nagedacht hebben over duurzaamheidsrisico’s. Let wel: de SFDR verplicht niet om duurzaam te beleggen, wel om transparant te zijn over de beleggingskeuzes die worden gemaakt. De nieuwe regulatie verplicht beleggingsinstellingen te laten zien hoe ze duurzaamheidsrisico’s hebben geïntegreerd in hun beleggingsproces. Welke negatieve effecten kan een bepaalde belegging hebben op milieu of mensenrechten? En wat betekent klimaatverandering (waardoor overstromingen, bosbranden maar ook imagoschade kan optreden) voor de waarde van een bepaalde belegging? Zo weten klanten hoe de financiële risico’s die zij lopen (bijvoorbeeld als gevolg van bijvoorbeeld klimaatverandering) zijn meegenomen in het beleggingsproces en de impact daarvan op de waarde van de belegging.
Maar er zit een addertje onder het gras waardoor de SFDR wel degelijk relevant is voor CFO’s en controllers. De Europese Commissie wil dat Europese bedrijven overstappen op schonere en duurzamere processen, producten en diensten. Dat kan door van bovenop regels op te leggen, met veel extra administratieve lasten en alle handhavingsproblemen van dien. De Europese Commissie speelt het slimmer en kiest voor de weg van het geld. Bedrijven hebben kapitaal nodig, zo redeneert de EU, en daarom legt de Sustainable Finance Disclosure Regulation de bal bij kapitaalverschaffers. Door steeds strengere rapportage-eisen aan duurzaam beleggen te stellen en transparantie af te dwingen, verwacht de Europese Commissie dat beleggingsinstellingen een voorkeur ontwikkelen voor bedrijven die niet alleen duurzaam en sociaal zijn, maar die bovenal helder inzicht kunnen geven in hun duurzaamheids¬strategie. In principe zijn bedrijven vrij om door te gaan op de oude vervuilende voet. Alleen zal er door de SFDR steeds minder kapitaal naar deze ‘verouderde’ bedrijven stromen, zo hoopt de EU. Bovendien zal de nieuwe regelgeving een einde maken aan ‘greenwashing’. Bedrijven die zeggen duurzaam te zijn maar dit niet zijn of niet kunnen aantonen, maken zich onpopulair bij investeerders, die immers aan de SFDR moeten voldoen.
En daar komen CFO en controller in beeld. Om aantrekkelijk te blijven voor investeerders zullen zij transparant moeten zijn over hun duurzame strategie én resultaten. Welke keuzes worden er gemaakt op het gebied van klimaat en milieu? Hoe wil hun onderneming de transitie maken naar schone, eerlijke en duurzame processen en producten? Wat de visie is op arbeidsomstandigheden en mensenrechten? En bovenal: welke resultaten zijn er behaald? Hebben de doelstellingen in de praktijk ook tot de gewenste verbeteringen geleid? Dat zijn de lastige vragen die investeerders op basis van SFDR aan CFO en controller zullen stellen voordat zij met geld schuiven. Logischerwijs raakt dit in de eerste plaats vooral grotere (beursgenoteerde) bedrijven die een beroep op de kapitaalmarkt doen. Maar zoals altijd zal het effect doorwerken naar kleinere bedrijven.
Met andere woorden: CFO’s en controllers moeten de komende jaren serieus werk maken van niet-financiële rapportages. Wie interessant wil blijven voor de kapitaalmarkt zal keihard moeten aantonen wat de Environmental, Social & Governance (ESG) resultaten zijn.
Daar wringt bij veel organisaties de schoen. Niet één maar allebei. Hun duurzaamheidsverslagen blinken in de regel niet uit in ‘keihard aantonen’. Enerzijds omdat er vaak nog niet zo heel veel duurzaamheidsresultaten te melden zijn, anderzijds omdat het in de praktijk lastig blijkt om ESG-doelen te meten, alle relevante data te verzamelen en uniform te presenteren. Niet-financiële informatie bevindt zich overal en nergens in de organisatie. Daarbij is er een overvloed aan meetmethoden, frameworks, richtlijnen, protocollen, rankings, registers en standaarden die eenduidig rapporteren bemoeilijken. Ook worstelen bedrijven met de vraag welke informatie ze in hun duurzaamheidsverslagen moeten presenteren en hoe ze moeten omgaan met tegenstrijdigheden. Als je bijvoorbeeld hoog van de toren blaast over genderdiversiteit en het stijgende aantal vrouwen in managementfuncties, maar onvermeld laat dat er nog een significante loonkloof is tussen mannen en vrouwen, dan is het duidelijk dat er iets niet helemaal klopt.
Omdat CFO en controller al verantwoordelijk zijn voor een betrouwbare rapportage van financiële data ligt het voor de hand dat zij dat ook (gaan) zijn voor niet-financiële informatie. Dat betekent dat er veel werk verzet moet worden. Zij zullen een infrastructuur moeten ontwikkelen om deze niet-financiële data uniform te meten, te verzamelen en te rapporteren. Deskundigen verwachten dat dit de grootste uitdaging voor de finance kolom wordt in de komende vijf jaar. Het goede nieuws is dat de komende jaren betere ICT- en clouddiensten te verwachten zijn die, net als bij financiële informatie, het verzamelen van ESG-data stroomlijnen en automatiseren.
Maar finance kan niets zonder visie van de boardroom. Daar moeten doelen worden geformuleerd. Bedrijven kunnen hierbij de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties als leidraad nemen. Maar ook de Taxonomie Regulation kan helpen. Dit is een classificatiesysteem waarmee wordt aangegeven of een beleggingsfonds, investering of financieel product duurzaam is. De EU Taxonomie wordt vanaf 1 januari 2022 van kracht. Dat is ook het moment dat fondsen aan meer eisen van de SFDR moeten voldoen. Want tot nu toe maken ze er nog een beetje een potje van. Fondsbeheerders zijn nog te vaag over wat 'duurzaam' precies betekent, meldde de Autoriteit Financiële Markten in september 2021 na een steekproef. Van veel Nederlandse beleggingsfondsen die worden aangemerkt als (enigszins) 'duurzaam' is voor beleggers te weinig informatie beschikbaar die de claim onderbouwt, aldus de toezichthouder.
Uit het Actieplan Duurzame Financiering (2018) van de Europese Commissie zijn tot nu toe de volgende richtlijnen voortgekomen:
Naar boven