Jan Agterhuis en Iris Hulsegge-van Keulen zijn respectievelijk Impact Controller en Senior Impact Controller bij Triodos Bank. Zij vertalen de uitgangspunten van de duurzame bank ook naar niet-financiële informatie voor externe en interne stakeholders. Om daarmee transparant weer te geven wat er met het geld gebeurt en om te sturen op duurzame impact. “Dit gaat vaste prik worden voor iedere registercontroller.”
Lees meer
Groen, eerlijk en menselijk. Die bank wil Triodos Bank zijn. De organisatie heeft meer dan 728.000 klanten en 1.592 medewerkers, zag in 2020 haar balans en fondsen in beheer groeien naar 13,9 en 6,4 miljard euro en financierde onder andere 561 projecten in de duurzame energiesector. Peter Blom, voorzitter van de Raad van Bestuur, ziet een rol voor ‘zijn’ bank in een reset na de coronacrisis. “We zijn ervan overtuigd dat de sectoren die we financieren op middellange en lange termijn goed gepositioneerd zijn om bij te dragen aan een reset van de economie. Een reset die zal leiden tot een economie die duurzamer en sociaal inclusiever is. Veel van onze klanten en de bedrijven die we financieren lopen voorop in een snel veranderend economisch paradigma en Triodos zal hen ondersteunen bij het realiseren van deze ambitie.”
Dat is dan ook precies het uitgangspunt van de bank. “We kijken als bedrijf naar een breder perspectief dan alleen naar de omzet”, zegt Hulsegge-van Keulen. “Waar staat ons bedrijf in de samenleving en in welke ketens spelen we een rol? Hoe kunnen we een positieve bijdrage leveren aan de samenleving?” Agterhuis vult aan: “Dat betekent ook dat het perspectief van aandeelhouderswaarde en winstmaximalisatie overgaat naar het stakeholdersmodel. Welke stakeholders heb je als onderneming en hoe raak je hen?” Triodos Bank heeft daarmee ook de ambitie om het financiële systeem te veranderen. “We kunnen dat niet van de een op de andere dag, maar we laten wel aan andere banken zien dat je duurzaam en tegelijkertijd rendabel kunt financieren en bankieren.”
Hulsegge-van Keulen studeerde accountancy aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte negen jaar als accountant. “Toen heb ik een overstap gemaakt naar business controlling, in combinatie met credit risk management. Dat was bij Fortis. Ik ging mee van Fortis naar ABN Amro, maar toen al had ik Triodos Bank op het oog. Dat is een waardegedreven bank die op een bewuste manier met geld omgaat. Ik stapte later daadwerkelijk over naar Triodos om daar impact reporting een integraal en geaudit deel van het jaarverslag te maken. Ook hebben we vanuit Triodos Bank, samen met enkele andere Nederlandse banken, het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) opgezet. Dat is een door de industrie opgericht initiatief om financiële instellingen in staat te stellen de uitstoot van CO2 van hun investeringen te meten en openbaar te maken. Dat is in vier jaar tijd een wereldwijde accountingstandaard geworden waar bijvoorbeeld Deutsche Bank en Bank of America nu ook gebruik van gaan maken.”
Agterhuis behaalde na een bachelor Bèta-Gamma aan de Universiteit van Amsterdam zijn master Economics & Business aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en stapte als Finance consultant bij accountantskantoor EY het werkende leven in. Na een overstap naar PwC Consulting was hij tijdelijk Programmamanager Responsible Business en ging hij de dialoog aan met stakeholders van het advies- en accountantskantoor. “Wat zijn hun verwachtingen van PwC?” Ook hielp hij mee de Sustainable Development Goals in de strategie en bedrijfsvoering van het accountantskantoor te integreren. “Ik heb altijd op het snijvlak van finance en duurzaamheid willen werken en dat is hier bij Triodos Bank het geval.”
Beide Impact Controllers zien een doorbraak in het rapporteren van niet-financiële duurzaamheidsinformatie bij organisaties. Hulsegge-van Keulen: “Dit kun je als registercontroller niet meer links laten liggen. Ten eerste omdat duurzame criteria, ook via IFRS of integrated reporting, hun weg vinden naar het jaarverslag en de boekhouding. Daarnaast worden financieringen meer en meer getoetst op basis van hoe duurzaam je bent. Hoe minder duurzaam, hoe moeilijker je aan financiering komt. Als laatste vind ik het voor de registercontroller ook vanuit risicomanagement een must. Wie niet-financiële informatie meeneemt als integraal onderdeel van de besluitvorming, ziet dat hij of zij daarmee ook het risicoprofiel van de onderneming omlaag brengt. Je loopt dus simpelweg minder risico’s omdat je beter aansluit op wat jouw bestaansrecht is in de samenleving.”
Hoe zouden registercontrollers zich impact reporting eigen kunnen of moeten maken? Agterhuis: “Aan de ene kant zeg ik: begin gewoon ergens. Maar het is natuurlijk nog slimmer om vanuit de strategische doelstellingen die je hebt, aan te sluiten op bijvoorbeeld een van de Sustainable Development Goals. Vanuit die SDG’s ga je rapporteren over wat je impact is op de samenleving. Dat in concrete cijfers, ondersteund met verhalen. Want cijfers zeggen wel veel, maar vertellen niet het hele verhaal. Vervolgens kun je doelen gaan stellen. In bijvoorbeeld het verminderen van CO2-uitstoot, het verbeteren van de diversiteit of het aanbieden van inclusieve financieringen zoals wij ook doen. Ga ook in gesprek met je stakeholders die je kunnen vertellen wat je bestaansrecht is als organisatie. Waar voeg je waarde toe?”
Agterhuis beseft dat impact reporting veel breder is dan alleen de financiële huishouding. “Dat maakt het ook een moeilijkere tak van sport. Wij rapporteren bijvoorbeeld over het aantal ouderen dat wordt verzorgd in de tehuizen die we financieren, maar ook over de duurzame elektriciteitsproductie en het aantal bezoekers aan culturele instellingen die we als klant hebben. Dat vraagt veel inspanning van onze collega’s in de business om dat alles aan te leveren. Maar we zien daardoor wel wat er gebeurt met het geld in onze leningen en investeringen en welke impact er gecreëerd wordt. Het blijft daarbij opletten, ook omdat markten of behoeftes snel kunnen veranderen. Denk aan het effect van de coronapandemie op verschillende sectoren, de roep om te rapporteren over arbeidsomstandigheden in de keten, het meten en rapporteren over biodiversiteit en de ontwikkelingen in de EU om verplicht te rapporteren op duurzaamheidscriteria.”
Hoe gaat Triodos Bank te werk om haar impact te bepalen? Hulsegge-van Keulen: “Allereerst zijn we begonnen met een hotspot-analyse: welke impactcijfers rapporteren we over onze leningen en investeringen?
We gebruiken vervolgens een Impact Reporting Manual waar we specifiek hebben aangegeven welke definitie we hanteren en waar een ‘impact indicator’ aan moet voldoen. We laten deze cijfers auditen voor het jaarverslag in lijn met de standaard van het Global Reporting Initiative. Voor carbon accounting gebruiken we de Global PCAF Standard. Soms hebben we de expertise niet in huis en moeten we deze extern betrekken.”
Nu zijn er veel manieren om impact te meten. Op welk paard moet de registercontroller wedden? Agterhuis: “Hij of zij hoeft niet te kiezen, want de verschillende standaarden voor impact reporting liggen ongeveer wel in elkaars verlengde. Daarnaast: het eerste rapport hoeft niet meteen perfect te zijn. Onze carbon reporting was dat de eerste keer ook nog niet, maar gaandeweg krijg je een steeds betere kwaliteit van data en benader je dus ook steeds dichter de waarheid. Het is work in progress dat je telkens aanscherpt als dat kan.”
Een dergelijke aanpak gebruikt Triodos Bank ook in haar financieringen. “We financieren vooral transities naar een duurzame situatie, met een positieve impact dus. Op een reguliere varkensboer die zonnepanelen op zijn dak wil financieren, maar verder niet biologisch wil boeren zijn wij kritisch. Is hij of zij intrinsiek gemotiveerd om de omslag te maken, dan is het goed om het gesprek aan te gaan.”
Impact reporting an sich kan een flinke druk leggen op een onderneming. Wie zijn carbon footprint meetelt, ziet wellicht dat zijn balans scheeftrekt. Dat geldt bijvoorbeeld voor een netwerkbedrijf dat naast groene ook grijze stroom over zijn netwerk laat gaan. Of voor een havenbedrijf dat fossiele brandstoffen mee laat tellen. Hoe kijken de beide Impact Controllers tegen dat dilemma aan? Agterhuis: “Niet rapporteren is geen oplossing. In beide gevallen is de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen een strategisch en reëel risico dat je in beeld wilt hebben. Ook beleggers kijken daar meer en meer naar. Het betreft een transitierisico waarin flinke investeringen nodig kunnen zijn om in de toekomst klimaatneutraal te opereren. Als daarbij de ‘echte prijs’ van fossiele brandstoffen wordt meegerekend, kan dat vergaande gevolgen hebben voor de winstgevendheid.”
Hulsegge-van Keulen vervolgt: “Elk jaar kijken we in een soort benchmark naar wat andere banken doen op het gebied van duurzaamheid. Dan zie ik in een jaarverslag bijvoorbeeld dat de duurzame assets onder management gegroeid zijn. Dat is natuurlijk goed, maar uiteindelijk wil je dat alle assets zich bewegen naar duurzaamheid en zou ik willen lezen in zo’n jaarverslag hoe deze bank daar denkt te komen.”
Tot slot geeft Agterhuis registercontrollers mee dat impact meten en integreren in de bedrijfsvoering ook gewoonweg leuk is. “Het integreren van ESG-factoren (Environmental, Social & Governance, red.) in sturingsinformatie kan bijdragen aan een duurzaam gezonde organisatie en komt tegemoet aan de wens van verschillende stakeholders. Dat maakt meteen dus ook een mooie businesscase. Het helpt je te focussen bij het opnemen van duurzame doelen in je strategie en in je managementcontrol. Kortom: het is een verbreding en een verrijking van het vakgebied die de controller klaar maakt voor de toekomst.”
Naar boven