De Toekomst 

Stefan Betting, oprichter van educatie- en adviesbureau PROFEDA

“De registercontroller is de regisseur van het CSRD-vraagstuk”

Automatisering, digitalisering en dan lonkt ook nog de CSRD-richtlijn. De wereld van de registercontroller is onderhevig aan grote veranderingen Vanaf 2024 worden organisaties gefaseerd verplicht om te meten en rapporteren over hun impact op onder andere de mens en het klimaat. Stefan Betting, oprichter van educatie- en adviesbureau PROFEDA en docent van de Finance Academy van de VRC, volgt de ontwikkelingen op de voet. Hij geeft een minicollege.

Lees meer


Stefan Betting

Stefan Betting:
“Het werk van de registercontroller wordt er alleen maar aantrekkelijker op met de komst van de CSRD-richtlijn.” 

 

“Het is allereerst belangrijk om onderscheid te maken in twee soorten bedrijven. Bedrijven die al voldoen aan de Non-Financial Reporting Directive oftewel NFRD, zijn vanaf 1 januari 2024 verplicht om te voldoen aan de CSRD-richtlijn. Ze gaan daarover rapporteren in de jaarrekening die ze uitbrengen in 2025. Grote rechtspersonen volgen een jaar laten. CSRD staat voor de Corporate Sustainability Reporting Directive.”


Begin bij het begin

“In de praktijk zie ik dat veel registercontrollers en organisaties al volop bezig zijn met het vergaren van kennis en inzicht”, vervolgt Betting. “Zij komen er vanzelf achter dat het veel meer werk is dan dat zij gewend waren. Veel organisaties storten zich massaal op hun impact op het milieu en gaan in de wilde weg data meten. Dat is eerder regel dan uitzondering. Mijn advies is: begin bij het begin. Begin met een stakeholderanalyse. Je kunt dan denken aan interne stakeholders zoals aandeelhouders, werknemers en de ondernemingsraad. En aan externe stakeholders zoals klanten, leveranciers en externe financiers. Maar ook aan zogenaamde interface stakeholders zoals de overheid en maatschappelijke organisaties. De standaarden zelf maken dit onderscheid in intern, extern en interface niet zoals ik dat doe. Maar het geeft wel wat richting. Aan de hand van deze analyse moet je de dialoog aangaan met de stakeholders en probeer je een antwoord te vinden op de vraag wat zij belangrijk vinden in het kader van duurzaamheid. Duurzaamheid daarbij gaat verder dan je impact de mens en het milieu.”


Meten van de dubbele materialiteit

Als je deze antwoorden hebt, is de volgende stap het meten van de dubbele materialiteit, stelt Betting. “Dat is voor veel registercontrollers nieuw. Zij zijn gewend om alleen de financiële materialiteit te bepalen, maar nu moet je vanuit twee perspectieven meten: impact en financiële impact. Een volgende stap is een lijst maken van key performance indicatoren voor de organisatie. Op basis van welke variabelen ga je de organisatie analyseren? Zowel financieel als niet-financieel. Dan sta je ook stil bij wat je waardecreatiemodel is. Dit is een voortvloeisel uit integrated reporting. Waarom zijn wij als organisatie op aarde? Wat doen wij precies? En: hoe staan wij ten opzichte van duurzaamheid? Dit alles vormt de basis voor de volgende stappen. Als organisatie moet je een strategie hebben en die vertaal je in beleid. Dat beleid vertaal je in actiepunten en die actiepunten vertaal je weer in meetinstrumenten. Dat ga je dan allemaal op een gestructureerde wijze toelichten.”


Raamwerk

Betting ziet de CSRD op dit moment als een soort raamwerk of kapstokartikel. “Daarin is niet alles geregeld, maar wordt verwezen naar aanpalende wet- en regelgeving. Eén van de vereisten waar organisaties aan moeten voldoen is de EU Taxonomie. Dat is een soort van tagging. Het is bepaalde informatie voorgeschreven voor producten of diensten en dan weer gekoppeld aan een specifieke sector. Die informatie moet je straks digitaal aanleveren. Dat gaat onder andere over je ecologische voetafdruk. Uiteindelijk zijn het zes katernen die je moet invullen. Twee daarvan zijn er op dit moment slechts nog klaar. Dat betekent dat vier katernen nog gevuld moeten worden. Dat is gelijk een probleem in de praktijk. Organisaties en registercontrollers willen vooraf weten waar ze aan moeten voldoen, maar het raamwerk, de CRSD, is wel klaar. Alleen de details zoals de Eu taxonomy en de ESRS ervan nog niet definitief of nog niet. Denk bij details aan de sectorrichtlijnen. Dat maakt het uitdagend.”

De toekomst tussenfoto

Toelichting op basis van ESRS

Betting gaat nog een stapje verder. “CSRD wordt nader uitgewerkt in duurzaamheidsrapportagestandaarden, die worden de European Sustainability Reporting Standards genoemd. De ESRS geven inzicht in de inrichtings- en openbaarmakingsvereisten van het duurzaamheidsverslag. Ze bevatten handvatten voor hoe het duurzaamheidsverslag eruit moet zien. Op dit moment zijn er 82 toelichtingspunten op basis van 12 ESRS’en. Dat is alleen sector agnostisch. Dat wil zeggen dat deze standaarden in principe voor alle bedrijven en sectoren gelden als raamwerk. Let wel, na de stakeholdersanalyse en dubbele materialiteit hoef je als onderneming dus niet overal over toe te lichten. Alleen over die zaken die verplicht zijn en/of die er voor jou toedoen. Het is bijvoorbeeld logisch dat een organisatie die veel water gebruikt daar veel over vermeldt. Een onderneming waarvoor dat helemaal geen issue is, presenteert en licht dit toe op een andere wijze. De ESRS beginnen met twee zogenaamde cross sectional-standaarden. Daar staan onder andere de vereisten in over stakeholdersanalyse en dubbele materialiteit.” Daarna zijn de ESRS onderverdeeld in drie categorieën: de E van environmental (vijf standaarden), de S van social (4 standaarden) en de G (1 standaard) van governance. ESG dus.


Er komen nog standaarden die voor de individuele sectoren gelden, stelt de docent. “Zit je als organisatie bijvoorbeeld in het gas of de olie, dan moet je nog bepaalde aanvullende informatie aanleveren. Alleen, as we speak, zijn deze standaarden momenteel uitgesteld tot nader orde om bedrijven de tijd te geven om al aan de eerste set van twaalf te voldoen. Deze zogenaamde sectorspecifieke standaarden komen niet zomaar uit de lucht vallen, maar komen voort uit voorafgaande wet- en regelgeving op basis van internationale afspraken. Dat wordt de volgende uitdaging. Je beleid, strategie en actiepunten moet je dus algemeen bepalen op basis van ESG, maar je moet ook nog specifiek op basis van de standaarden gaan meten en rapporteren die gelden voor de sector waarin je actief bent.”


Een aantal uitdagingen

“Zo snel en simpel ik deze processen beschrijf om te voldoen aan de CSRD-richtlijn, zo makkelijk is het natuurlijk niet in de praktijk”, concludeert Betting. “Organisaties en dus ook registercontrollers, staan voor een aantal uitdagingen. De eerste is: hoe beheers je je processen? Welke stappen moet je doorlopen? Om antwoord te kunnen geven op deze vragen, kun je deze ontwikkeling weer in een aantal stappen onderverdelen. Wie wordt eigenaar van dit proces? Heeft de organisatie een sustainability officer of maak je er iemand anders verantwoordelijk voor? Wie moet wat gaan doen? Een business- of een financial controller kan dit nooit alleen oppakken. Daarvoor is het te complex en vakoverschrijdend. Veel registercontrollers hebben ook nooit een meeting gedaan voor scope 1, 2 of 3.”

 

“Een business- of een financial controller kan dit nooit alleen oppakken.”


Verschillende takken van de organisatie zijn nodig om van CSRD een succes te maken. “Legal moet kijken of de regels worden nageleefd. HR is betrokken omdat als het om mensen gaat zij beleid en informatie daarover hebben. Als ze intern nog geen interviews hebben gedaan met personeelsleden, een belangrijke stakeholder, dan ontkomen ze er nu niet meer aan. ICT komt in beeld om data te verzamelen en te garanderen dat de data volledig, juist, verifieerbaar en traceerbaar zijn en blijven. Dat is ook nog niet overal het geval in de praktijk. Controllers analyseren de data, maken een risicobeheersingsmodel en bepalen de materialiteit. En dan heb je nog de reporting. Kortom, er zijn veel mensen bij betrokken. De controller kun je zien als een soort van regisseur in dit proces. Deze kan het team samenstellen en/of het voortouw nemen.”


Uitstoot meten

Dat brengt Betting tot de tweede uitdaging. “Hoe ga je als organisatie data meten over de uitstoot? Er moet worden teruggerekend naar CO2-equivalenten. Al in 1998 werd het Greenhouse Gas Protocol gelanceerd met de dubbele doelstelling om een internationale standaard te ontwikkelen voor de verantwoording en de verslaggeving over de uitstoot van broeikasgassen door bedrijven. Deze standaard werd zo breed mogelijk verspreid. Er bestaan inmiddels tools die organisaties kunnen gebruiken om zo hun uitstoot te meten. In mijn cursussen laat ik een paar daarvan zien aan de cursisten.”


“Nog een uitdaging is het periodiek rapporteren. Hoe pak je dat aan? Je wilt naast de financiële rapportage ook de niet-financiële rapportage op orde brengen. Door je te verdiepen in de huidige standaarden, kom je al een heel eind. Dergelijke handreikingen heb je nodig, want je kunt als organisatie niet drie of vier medewerkers missen om dit helemaal zelf op te tuigen.”


Leuke uitdagingen

Er komt zodoende veel meer werk op het bordje van de registercontroller, concludeert Betting “Hij of zij moet dat werk gaan structureren, al dan niet samen met andere medewerkers. Je gaat kennismaken met een materialiteit die je hiervoor niet kende of beheerste. In de reguliere opleiding tot registercontrollers is duurzaamheid en de verslaggeving daarvan niet of nauwelijks aan bod gekomen. Echter, het zijn ook leuke uitdagingen om aan te gaan. Als registercontroller ga je niet alleen meer beslissingen nemen op basis van geld, maar ook op basis van de ecologische voetafdruk. Als je als registercontroller een beslissing moet nemen om ergens een nieuw bedrijf neer te zetten, keek je vroeger bovenal naar je return on investment. Nu ga je ook kijken wat de impact is op de E, de S en de G. Kortom, het werk van registercontroller wordt er alleen maar aantrekkelijker op met de komst van de CSRD-richtlijn. Vergeet ook niet dat de samenleving er alleen maar baat bij heeft. Als de afspraken in het Parijsakkoord en de Green Deal worden gehaald, wordt de kwaliteit van ons leven en omgeving drastisch verbeterd in dit deel van de wereld.”


Stefan Betting

Naam: Stefan Betting.

Functie: Docent. Organisatie: Educatie- en adviesbureau PROFEDA.

Leeftijd: 50.

Thuissituatie: getrouwd en gelukkig.

Ambitie: Mensen enthousiasmeren voor duurzaamheid in het algemeen en de verslaggeving daarvan in het bijzonder.

Grootste uitdaging: Het permanent bijhouden van alle wijzigingen in dit vakgebied en wat daarmee samenhangt.

Ik heb een hekel aan: Ik kan niets bedenken.

Favoriete dingen: Te veel om op te noemen: schermsport, muziek spelen/maken…


Naar boven 

De toekomst Stefan Betting

9/13
Loading ...