Een aantal fysieke cursussen waarvoor je je kunt aanmelden:
11 mei in Breukelen
Op 29 maart, 31 maart en 7 april heeft de VRC in samenwerking met drie universiteiten Code Challenges georganiseerd. De Code Challenges vonden plaats in Rotterdam (Erasmus Universiteit), de UvA (Amsterdam) en de VU (Amsterdam). Het animo was groot, de cursussen waren snel vol. Tijdens de cursussen konden de deelnemers zelf een case aandragen die te maken heeft met de Gedragscode en een moreel dilemma. Vervolgens gingen ze met de case aan de slag. Het waren diepgaande, interactieve sessies, waar de deelnemers erg enthousiast over waren. De VRC is van plan om meer fysieke Code Challenges te organiseren samen met Universiteiten. Houd de website in de gaten!
Je kunt je wel alvast aanmelden voor de Ethiek Dilemma Workshop, die vergelijkbaar is qua inhoud en opzet. De eerste was 14 april op het VRC-kantoor, de overige 3 staan gepland voor 13 oktober, 17 november en 15 december in het Van der Valk-hotel in Breukelen.
Aanmelden kan op de Finance Academy-website.
Naar boven
Het nieuwe jaar is van start gegaan vanaf 1 april 2022. Om je als RC extra te ondersteunen bij het registreren van je PE-activiteiten, kun je sinds kort gebruik maken van een nieuwe functie in ons PE-registratiesysteem. In Mijn PE-portaal worden nu automatisch je PE-punten bijgehouden. Je ziet precies welke activiteiten je hebt geregistreerd, hoeveel punten je deze cyclus hebt behaald en wat je dit jaar nog moet behalen. Ook kun je registraties wijzigen en bijlagen toevoegen.
Naar boven
Met de groeiende vraag naar ESG-cijfers, krijgen controllers vaker te maken met rapportages over zaken als klimaatimpact, diversiteit, beloningsstructuur van leidinggevenden en meer. Dat vereist ook een aandachtsverschuiving in het financieel onderwijs van traditionele kerngetallen naar ook niet-financiële informatie. KPMG richt daarom samen met Nyenrode Business Universiteit een ESG-kennisinstituut op.
Met nieuwe regelgeving en verslaggevingseisen waar bedrijven binnenkort mee te maken krijgen, moet ESG (Environmental, Social, Governance) hoog op de agenda staan bij ondernemingen. Rapporteren op niet-financiële informatie wordt een noodzaak met verplichtingen onder de Europese richtlijnen Corporate Sustainability Reporting Directive en Sustainable Finance Disclosure Regulation, en diens doorwerkeffecten in de keten. Deze nieuwe eisen roepen bij veel financials vragen op over het hoe en in welke vorm. Nyenrode heeft samen met KPMG een leerstoel in het leven geroepen en een innovatie-instituut opgericht om financials te helpen aan de benodigde kennis hierover.
Er wordt nog veel gestuurd op traditionele financiële parameters, zoals omzet en winst, terwijl niet-financiële informatie steeds belangrijker wordt, legt een woordvoerster van KPMG uit. “Veel kennis ontbreekt nog bijvoorbeeld bij controllers over welke data verzameld moet worden, welke risico’s klimaatverandering met zich meebrengt, op welke modellen gestuurd moet worden, et cetera.” Daarom is ook een nieuwe ESG-leerstoel opgericht bij Nyenrode, om het kennisaspect meer in de kijker te zetten.
Daarnaast willen Nyenrode en KPMG met het instituut ook in gesprek over de manier waarop onderwijs wordt ingericht, bijvoorbeeld voor Finance & Control-opleidingen, om aandacht te besteden aan milieu, bestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Ook die zijn nog veel ingericht op traditionele economische graadmeters”, vertelt de woordvoerster. “We hebben een collectieve verantwoordelijkheid samen met overheid, onderwijs en bedrijfsleven om de route naar een duurzame economie invulling te geven. We willen daarom ook een oproep doen aan onderwijs om het curriculum aan te passen.”
Met het instituut en de leerstoel richten de organisaties zich op een verbeterd onderwijsaanbod, waardoor er meer aandacht wordt gericht op ESG-informatie. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in onderzoek en wetenschappelijke publicaties naar verschillende ESG-aspecten. ‘De thema’s duurzaamheid en corporate governance zijn een belangrijk onderdeel van ons portfolio,’ zegt prof. dr. Koen Becking, rector en voorzitter van Nyenrode Business Universiteit. “Ons doel als universiteit is positieve maatschappelijke impact creëren door verantwoordelijke leiders op te leiden met onderwijs, onderzoek en kennisdeling via ons netwerk.”
Naar schatting heeft meer dan de helft van de ondernemingen die een Ultimate Benificial Owner (UBO) moesten registreren bij de KvK dat nog niet gedaan. De deadline daarvoor was 27 maart. Er volgt geen uitstel van handhaving, waardoor boetes en taakstraffen kunnen volgen.
In antwoord op Kamervragen stelt minister Kaag (foto) geen reden te zien om een handhavingsmoratorium in te stellen. Wel wordt er in eerste instantie vooral risicogebaseerd gehandhaafd en gekeken naar entiteiten met een hoog witwasrisico, zo belooft de minister. “Ook ontvangt iedere entiteit waar handhaving voorgenomen is, eerst nog een laatste waarschuwing vanuit Bureau Economische Handhaving. De entiteit wordt dus dan nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om opgave te doen.”
Ze wijst daarbij ook op de maatregelen die Nederland heeft genomen om de privacy van UBO’s te waarborgen in de Nederlandse implementatie van het register dat voortvloeit uit de Europese antiwitwasrichtlijn. Veel ondernemingen hielden de boot af in afwachting van een uitspraak van het EU-Hof, nadat een advocaat-generaal een advies gaf dat de richtlijn enkele aanpassingen behoeft om compliant te zijn met de GDPR (Europese privacywet).
De deadline voor inschrijving is verstreken op 27 maart. Naar schatting heeft zo’n 45 procent van de UBO-registratieplichtigen zich ingeschreven. Volgens Kaag is het mogelijk dat de verwerking langer duurt door kleine verstoringen eerder bij de Kamer van Koophandel. “Daar zal uiteraard rekening mee worden gehouden in de handhaving. Indien de juridische entiteit tijdig de UBO-gegevens heeft opgegeven, zal geen handhaving plaatsvinden vanwege het niet voldoen aan de registratieplicht.”
De wet is in september 2020 in werking getreden en ondernemers hebben anderhalf jaar de tijd gehad om hun grootaandeelhouders op te geven in het UBO-register. “Gedurende deze periode is herhaaldelijk op verschillende wijzen over de deadline gecommuniceerd en verzocht om tijdig opgave te doen, waaronder via directe aanschrijfbrieven. De deadline van 27 maart 2022 zou bij allen die het betreft dus reeds geruime tijd bekend moeten zijn”, aldus de minister.
Volgens KvK vallen 1,5 miljoen Nederlandse organisaties onder de nieuwe plicht. Het gaat om de volgende organisaties:
88 procent van de failliete organisaties deponeert voor het laatste boekjaar geen jaarrekening of 403-verklaring binnen de wettelijke termijn. Dit is een van de belangrijkste conclusies uit het rapport van de Werkgroep Continuïteit, een samenwerking tussen de NBA, SRA en accountantsorganisaties, over de rol van de accountant bij bedrijfscontinuïteit.
Het onderzoek liep langs drie sporen: Het eerste deel van het onderzoek bestond uit een data-onderzoek naar faillissementen in Nederland in de periode vanaf 2012 tot en met 2020. Dit onderzoek werd uitgevoerd door de Foundation for Auditing Research, in opdracht van de Werkgroep Continuïteit. Als tweede bundelde de werkgroep de kennis uit beschikbare (internationale) wetenschappelijke artikelen op het gebied van continuïteit. Als derde nam de werkgroep interviews af met diverse stakeholders, van binnen én buiten de sector, om bij hen te achterhalen waarom het volgens hen soms ‘fout’ gaat in de beoordeling van de continuïteit door de accountant.
Uit het data-onderzoek bleek dat 88 procent van de failliete organisaties voor het laatste boekjaar geen jaarrekening of 403-verklaring deponeert binnen de wettelijke termijnen. Daarnaast kwamen de onderzoekers erachter dat 71 procent van de gedeponeerde jaarrekeningen in het jaar voorafgaand aan een faillissement geen expliciete toelichting van het management over de onzekerheid van de continuïteit bevat. Als gevolg van het niet-deponeren van een jaarrekening, ontbreekt bij 88 procent van de faillissementen dus ook een controleverklaring voor het boekjaar voorafgaand aan het jaar van faillissement. In de wel aanwezige controleverklaringen bij de gedeponeerde jaarrekeningen is in 63 procent van de gevallen geen materiële onzekerheid over continuïteit (going concern-verklaring) of vrijwillig toelichtende paragraaf opgenomen.
Uit de studie van beschikbare (internationale) wetenschappelijke artikelen op het gebied van continuïteit kwam naar voren dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de going concern-verklaring een selffulfilling prophecy wordt. Uit de bestudering van wetenschappelijke artikelen kwam ook dat stakeholders meer steunen op vertrouwelijke, van de organisatie verkregen informatie, dan op publiekelijk beschikbare informatie.
Uit de 18 interviews met diverse stakeholders om bij hen te achterhalen waarom het volgens hen soms ‘fout’ gaat in de beoordeling van de continuïteit door de accountant, kwamen maar liefst 316 observaties. Deze observaties heeft de werkgroep in 37 verschillende root cause-factoren ingedeeld en uiteindelijk in vier thema’s.
Agnes Koops-Aukes, lid raad van bestuur PwC Nederland en sponsor van de werkgroep, verwacht dat accountantsorganisaties en de wetgever “mooie stappen” kunnen zetten op basis van de uitkomsten in deze rapportage. “Van het tijdig deponeren van de jaarrekening en de verbeteringen in cultuur en gedrag tot aan de vasthoudende rol van de accountant. Dat maakt dit rapport meer dan de moeite waard. Tot slot: we krijgen als werkgroep wel eens de vraag of alle aandacht en ophef rondom continuïteit wel terecht is. Immers, slechts een klein aantal faillissementen veroorzaakt die grote schade. Tegen hen zou ik willen zeggen: elk faillissement waar wij als accountant niet tijdig hebben gewaarschuwd waar dat wel had gemoeten, is er één te veel. En juist omdat we een faillissement niet dagelijks meemaken als accountant, is er des te meer reden om van elkaar te leren en dit onderwerp met elkaar prioriteit te geven.”.
Naar boven