De VRC organiseerde onlangs een webinar over bundeling van de krachten in de ziekenhuiszorg. 130 leden gingen in gesprek met meerdere prominenten in de zorg, waaronder Jaap van den Heuvel. Hij is ad interim bestuurder bij Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis en professor Healthcare Management. Zijn afdronk? “Alles staat te shaken, maar we komen in de zorg altijd weer bovendrijven.”
Lees meer
Het is voor registercontrollers in zorginstellingen een spannende tijd, constateert Van den Heuvel. “Soms weet je niet waar je staat met je productie en ook niet welke compensatie je krijgt. Het is daarom een verwarrende tijd. Alles staat te shaken. Dat maakt het belang van de financiële poot van zorginstellingen en de daarbij horende controllers nog eens extra duidelijk. Het is namelijk cruciaal, zeer relevant en ook complexer dan ooit om te weten waar je als zorginstelling staat, hoe je er financieel gezien voorstaat en wat je moet gaan doen. Panelen schuiven continu. Dan is het essentieel dat we, zeker als bestuurders in de zorg, kunnen vertrouwen op mensen die de cijfers ophalen, zodat we weer naar de toekomst kunnen gaan kijken. Registercontrollers zijn zo bezien relevanter dan ooit in de zorg. Let wel, mijn constateringen over de zorg klinken misschien alsof ik door pessimisme ben gegrepen, maar dat is niet het geval. Zo lang als ik in de zorg werk, zie ik de zorg er altijd weer bovenop komen na een crisis.”
De professor constateert dat zorginstellingen eerst de handen uit de mouwen steken en daarna pas aankloppen voor de bijbehorende financiën. “Dat is tijdens de coronacrisis tot in het extreme het geval. Terwijl ondernemers en corporates zoals KLM al steungeld hadden gereserveerd, gingen zorginstellingen eerst aan de slag. Coronapatiënten moesten geholpen worden. Punt uit. De zorg moest doorgaan. In geen enkele bedrijfstak is het businessmodel zo snel om te gooien zonder dat je weet of je wel je geld krijgt. Maar het moest wel, gezien de crisis. Je hoopt dan nu dat de discussie niet weer over een halve procent meer of minder gaat, maar dat er een rechtvaardige compensatie komt. Een compensatie die recht doet aan het feit dat in een recordtijd zorginstellingen hun organisatie omgooiden en besmette patiënten goed zijn opgevangen, in extreem moeilijke omstandigheden. De discussie over de zorgbonussen voor medewerkers vind ik dan ook een triest dieptepunt.”
Onderwijl spelen ook de al bestaande problemen in de zorg nog steeds. “Vergrijzing en een ouder wordende populatie maken dat we meer vraag naar zorg krijgen, terwijl personeel nauwelijks is te krijgen. Tel daarbij op dat zorginnovaties prachtig zijn, maar in het begin vaak duur zijn en nog vaker niet in het financieringssysteem passen. De prijskaartjes voor een nieuwe scan of een robot zijn hoog. Hamvraag is dan ook hoe we zorg op het huidige hoge niveau houden.”
"Zorginstellingen steken eerst de handen uit de mouwen en kloppen daarna pas aan voor de bijbehorende financiën.”
Ook daar heeft Van den Heuvel ideeën over. En bij het realiseren van die ideeën kunnen registercontrollers een belangrijke rol spelen. “In het huidige systeem met de diagnose behandelcombinaties (dbc’s, red.) en de onderhandelingen met verzekeraars, ben je als zorginstelling te veel bezig met het managen van dit systeem. Dbc’s moeten ingevuld worden en bij de onderhandelingen moet er een halve procent bij of af. Dat systeem leidt af van waar het eigenlijk om gaat, namelijk: welke behandeling voegt daadwerkelijk waarde toe voor de patiënt? Laat de zorg aantonen dat ze met het juiste bezig zijn. Laat ze ook aantonen of ze de juiste behandelingen doen voor de juiste prijs. We moeten het systeem dramatisch versimpelen omdat de zorg anders vastloopt in wantrouwen en een registratiedrang. Verzekeraars zitten vooral in de onderhandelingsmodus, terwijl de kennis van de specifieke zorg bij de zorginstelling zit. Het is tijd die kloof te overbruggen. Ik pleit voor een proef van vijf jaar waarin we allereerst uitgaan van vertrouwen. Daarbij bekijken zorginstellingen in multidisciplinaire teams van zorgverleners ondersteund door financials welke activiteiten waarde toevoegen en welke niet. De zorg die van waarde is voor de patiënt wordt geleverd. Uiteraard met een verantwoordingsplicht naar de maatschappij en de financiers van de zorg.”
De vraag wordt volgens Van den Heuvel dan hoe een zorginstelling voor bijvoorbeeld 100 miljoen euro zoveel mogelijk effectieve zorg kan aanbieden. “Je gaat daarmee uit van de toegevoegde waarde, in plaats van alleen naar de centen te kijken. Dat is in essentie value based healthcare, waarbij de bal bij de patiënt en de zorgverleners komt te liggen. Dan kom je tot oplossingen in de zorg die je eerst niet voor mogelijk had gehouden. Omdat multidisciplinaire teams van finance en zorgmedewerkers komen met suggesties op basis van analyses. De patiënt hoeft bij een vervolgafspraak niet altijd fysiek de arts te zien. Kan dat dan ook online via het scherm? Het is maar een voorbeeld, maar het gaat mij erom dat die oplossingen vanuit de creativiteit in de zorg komen. En niet onder druk van onderhandelingen omdat er weer een halve procent van het budget af moet. Zorgmedewerkers kunnen als enige zien waar het beter kan, geholpen door analyses van registercontrollers. Eigenlijk pleit ik voor een lean aanpak in de zorg. Bij Toyota, waar het lean-denken vandaan komt, keken medewerkers zelf naar het productieproces en gaven aan waar ze konden verbeteren. Dat zet die medewerkers ook in hun kracht.”
Dat betekent voor finance-medewerkers in de zorg dat ze de focus verschuiven van compliance naar analyses en advies. “Ze zijn dan niet bezig met dbc’s opleveren omdat dat nu eenmaal moet. Ze zitten niet continu zorgmedewerkers achter de broek aan die helemaal niet bezig willen zijn met registreren maar juist met het leveren van goede zorg. Nee, als financial moet je een rol willen spelen bij de strategische beslissingen. Je moet het bestuur van de zorginstellingen kunnen ondersteunen met data en advies. Ik wil registercontrollers oproepen hun rol te spelen in de multidisciplinaire teams. Ze moeten uit de ivoren toren van de stafdiensten komen. Kijk op de werkvloer en leg de verbinding met artsen, verpleegkundigen en andere collega’s om te zien hoe de processen echt draaien. Om een voorbeeld te geven: Voorheen kwam ik nog wel eens een arts tegen die dacht dat een ziekenhuis per ligdag van een patiënt wordt betaald en dat het daarom niet erg is dat een patiënt langer ligt. Maar patiënten willen graag eerder naar huis en de bekostiging is gelimiteerd, bijvoorbeeld tot vijf dagen. Als zorg en finance met elkaar praten in multidisciplinaire verbeterteams, dan krijg je dit soort zaken scherp. Er moet dan ook wel een financieringssysteem komen dat simpel is en het leveren van de juiste zorg niet afstraft. Er zijn hierin wel positieve ontwikkelingen, maar het gaat te traag en er is nog te veel wantrouwen.”
In oktober houdt de VRC haar evenement voor GGZ-instellingen. “Daar staat de vraag over welke zorg nu waarde toevoegt nog groter op de agenda. Soms denk ik wel eens dat ze het nog slechter hebben dan in de ‘reguliere’ zorg omdat de systemen daar nog minder functioneren. Rond psychiatrie en geestelijke gezondheid hangt onterecht een zweem van dat het niet nodig zou zijn. Dat het flauwekul is. Knowhow van inkopers van die zorg is daar nog minder. Daardoor is er financiële druk en mede door het systeem kunnen GGZ-instellingen niet de zorg leveren die ze zouden moeten leveren. Ook daar zou ik willen dat de zorg in de lead komt. Want de zorgverleners kunnen door het systeem vaak niet leveren wat echt nodig is. Dus laat de zorg zelf met oplossingen komen. Waarbij een psychiater of een arts moet aantonen waarom de ene behandeling beter is dan de ander.”
“We moeten het systeem dramatisch versimpelen omdat de zorg anders vastloopt in wantrouwen en een registratiedrang.”
Tot slot komt het gesprek op de politiek. “De politiek is nu te veel per dag bezig geen fouten te maken in plaats van lef te tonen en structurele problemen in de zorg aan te pakken. Niemand vanuit de politiek wil daarom aan een dramatische versimpeling. Terwijl dat het zorgsysteem juist wel beter maakt. De dbc’s waren bedoeld om de zorg transparanter te maken zodat we zouden kunnen besparen. Gaandeweg is het een onbegrijpelijk systeem geworden dat zwaar drukt op de zorgverleners en het leveren van goede zorg en vooral innovatie in de weg zit. Tijd om vanuit vertrouwen te werken. Laat de zorg zelf aantonen dat ze met de juiste dingen bezig zijn. Zorg en finance komen binnen instellingen samen tot keuzes voor behandelingen die echt waarde toevoegen en tot continue verbeteringen. Je gaat daarbij uit van een gewenste uitkomst, in plaats van vooraf rigide gedefinieerde behandelingen. Die gewenste uitkomst gaat uiteraard niet alleen over de juiste zorg aan de patiënt, maar ook over de kosten. Daarom moeten finance en zorg wel bij elkaar gaan zitten. Samen komen ze tot intelligente oplossingen die de continuïteit van ons zorgsysteem waarborgen.”
Naar boven