Raymond Zaal, universitair docent ethiek, tijdens code challenge

“Organisaties lopen minder risico’s als medewerkers het morele debat aangaan”

De VRC organiseerde in november samen met de EMFC-opleidingen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en van TIAS School for Business and Society in Tilburg de zogeheten code challenge. Daarbij discussieerden registercontrollers samen over professioneel ethische kwesties. VRC Voices woonde de challenge bij in Groningen. “Voer het morele gesprek. Daar kom je verder mee.”

Lees meer

Sebastiaan van Welie_374

Ongeveer zestig registercontrollers kwamen bijeen op de campus van de RUG. Zij werden welkom geheten door Pieter Jansen, hoogleraar Controlling aan de Rijksuniversiteit Groningen en bestuurslid Frans Post van de VRC. Post is tevens voorzitter van de commissie ethiek van de VRC. “Ethiek is een fascinerend onderwerp en het is er de laatste tijd niet eenvoudiger op geworden. Denk aan internationaliseren, cultuurverschillen, Me Too, Woke, witwassen en de vraag of Facebook wel of niet een zegen is. We gaan ethische vraagstukken in ons bestaan als controller vaker tegenkomen.” Jansen kondigde als gastheer vervolgens Raymond Zaal aan, als bedrijfsethicus nauw betrokken bij de ontwikkeling van de gedragscode van de VRC. Hij is universitair docent bedrijfsethiek, bedrijfskunde en financiering aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jansen: “We zitten nu dus bij één van de primaire bronnen aan tafel.”

Interview Raymond Zaal

We interviewden Raymond Zaal eerder over ethiek. Je kunt dat artikel hier vinden

Code Challenge_256

Zaal nam het stokje over. “Het is veel beter om persoonlijk contact te hebben dan voor een zaal te spreken als je ethische issues wilt bespreken. Dan komen intuïties, emoties en persoonlijke aspecten veel beter voor het voetlicht. Want kenmerk van het morele gesprek is dat je ideeën uitwisselt, je aan elkaar spiegelt en ook bereid bent je conclusies bij te stellen als daar aanleiding toe is. Je geeft zo de ander de gelegenheid om verstandige dingen te zeggen.”

 

Stellingen

Als aftrap van de discussie, legde Zaal de registercontrollers stellingen voor. De eerste: Als controller heb ik een morele voorbeeldfunctie. 30 controllers waren het daarmee eens en 15 controller geheel mee eens. Stelling twee: Het is goed dat er een gedragscode voor controllers is. 24 waren het daarmee eens, 20 waren het er enigszins mee eens.

De daaropvolgende ging over belastingontwijking: Is dat moreel aanvaardbaar? Soms zeiden 17 controllers, 13 zeiden zelden, 11 meestal. Aan de hand van die stellingen kwam Zaal op één van zijn zelfbenoemde stokpaardjes. “Zelfs in een homogene groep zoals jullie hier vandaag bijeen zijn, jullie hebben immers dezelfde professionele en sociale achtergrond, kun je al behoorlijk van mening verschillen. Alle keuzemogelijkheden zijn goed vertegenwoordigd. Stel, je hebt een groep met verschillende culturen en achtergronden, dan is de mate van niet eens zijn met elkaar zijn nog groter.”

 

Integriteitsmanagement

Zaal doceerde vervolgens over ethiek. “Een gedragscode is een van de oudste vormen van integriteitsmanagement. Deze is sinds de bankencrisis sterk in opkomst. Zo’n code heeft drie functies: Het bevorderen van de professionaliteit, het faciliteren van het moreel overleg en het verbeteren van de compliance.” Zaal pakte er moreel overleg als punt uit. “Vaak is het niet zo makkelijk om een morele achtergrond te bediscussiëren, maar het is wel belangrijk dat we dat doen. Want dan pas weten we waar de schoen wringt.” De bedrijfsethicus constateerde dat er rule based- en principle based-gedragscodes zijn. “Regel gebaseerde codes spellen uit in regels wat aangesloten leden wel en niet mogen doen. Je weet daardoor precies wat wel en niet mag. In de Verenigde Statenzijn rule based-codes heel populair. Daar tegenover staan de op principes gebaseerde codes, zoals die van de VRC en Aegon.” Zaal toonde de code van Aegon die uitgaat van een hoogst denkbare ethische norm en het feit dat de kernwaarden van de verzekeraar volledig worden nageleefd. “Wie kan me zeggen wat de hoogst denkbare ethische normen zijn? En wat zijn de kernwaarden? Als je daar consequenties aan verbindt, zoals ontslag, hoe gaat dat dan werken?”

 

“Het is veel beter om persoonlijk contact te hebben dan voor een zaal te spreken als je ethische issues wilt bespreken”

 

Aan tijdsgeest onderhevig

Waarom is het lastig om vast te stellen wat moreel juist is? Zaal: “Allereerst kennen we veel heterogene groepen omdat we meer internationaal zijn gaan werken, maar ook heeft de ontzuiling plaatsgevonden. Dat levert meer meningen en achtergronden op. Het morele oordeel is daardoor veel minder eensluidend. Wat goed of slecht is, is ook nog eens aan een tijdsgeest onderhevig. Als voorbeeld: In het begin van de coronacrisis was het hamsteren van wc-papier not done, terwijl dat een maand daarvoor prima kon. Of het feit dat je nu niet met zwarte pieten aan kunt komen in een poppenkastspel. 

Daarnaast verandert ethisch gedrag ook doordat medewerkers een reden voelen om de kop in het zand te steken. Met een rationeel argument overtuigen ze zichzelf om iets met de mantel der liefde te bedekken.”

Een organisatie waar regelmatig een moreel gesprek gevoerd wordt en waar het af en toe knettert, loopt veel minder risico dan een organisatie waar dat moreel debat niet gevoerd wordt, constateerde Zaal. Hij presenteerde vervolgens een moreel intervisiemodel. “Intuïtief morele dillema’s oplossen is vermakelijk, maar daar kom je niet verder mee. Dit geeft juist een structuur die je dwingt om stappen te zetten. Moeten we A, B of C doen?”

Code3

Ongeveer zestig registercontrollers kwamen bijeen op de campus van de RUG tijdens code challenge 

Stappenplan

Moreel intervisiemodel:

  1. Welke beslissing moet worden genomen?
  2. Wie zijn de belanghebbenden?
  3. Wat zijn de relevante kaders?
  4. Welke beginselen uit de VRC-code zijn van toepassing?
  5. Welke argumenten zij er om het al dan niet te doen?
  6. Wat is de conclusie?
  7. Ga je het ook doen?
  8. Is professionele hulp nodig?

 

Ontwikkelen en oefenen

De registercontrollers gingen in groepen uiteen om diverse dilemma’s te bespreken. Ze kwamen na twee rondes en een hapje eten weer terug in de zaal. Zaal: “Ik realiseer me dat het nog niet zo makkelijk is. Ethische vaardigheden en hier over nadenken, moet je ontwikkelen en oefenen. Zodat de morele antennes goed blijven afgesteld.”

 

Zaal gaf vervolgens vertegenwoordigers van twee groepen het woord. In het eerste geval ging het over een fusie, waarbij een sociaal plan was ontwikkeld voor de medewerkers van het bedrijf dat ophield te bestaan. Medewerkers van dat bedrijf kregen een loyaliteitsbonus als ze zouden blijven. Het implementeren van de fusie duurde iets langer, waardoor ook de termijn voor de loyaliteitsbonus langer werd. Een van de medewerkers kwam te overlijden, maar diegene had geen nabestaanden. Een consultant gaf aan niet te hoeven betalen. De controller stond voor een keuze: Moeten ik dit aanhangig maken of niet? Daarbij speelde ook de geheimhouding die rondom de fusie was afgesproken mee. “Het voelt niet goed en eigenlijk moet ik er wat mee”, somde Zaal het dilemma van de situatie op.

 

“Wat is eerlijk en oneerlijk?
Dat hangt van je normenkader af”

 

Rechterhand

Als tweede dilemma betrof de broer van een vriend die in dienst was bij de organisatie van de registercontroller. Hij was diens rechterhand geworden in de loop der jaren. Er was door hem een cheque ter waarde van zevenduizend euro gecasht bij een bank. Geld afkomstig van het bedrijf. De registercontroller kon het bewijs door de papiervernietiger heen halen of hem ermee confronteren. Dat laatste gebeurde en ontslag op staande voet volgde.

 

Normenkader bepalend

“Wat is eerlijk en oneerlijk?”, vroeg Zaal. “Dat hangt van je normenkader af. Als ik nu aan het laatste verhaal zou toevoegen dat een criminele bende geld van de fraudeur eiste. Wat doet dat dan met de casus? Is er dan meer begrip voor degene die de scheve schaats reed? Of is het vertrouwen zo geschonden dat er geen argumentatie kan zijn om hem nog een kans te bieden het in een breder kader te zetten. Die afweging wil je niet alleen maken, maar wil je vooral bespreken met anderen. Ook omdat je het zo meer weghaalt bij je persoonlijke emoties.” Daar helpt het stappenplan van het morele intervisiemodel bij. “Je moet het gesprek dus wel voeren om exact te weten wat het dilemma nu precies is. Zodat je op basis daarvan een morele beslissing kunt nemen.”

Naar boven 


Code Challenge

10/12
Loading ...